Een vergunning om woonruimte te onttrekken, samen te voegen of om te zetten wordt niet verleend als het belang van het behoud van de woningvoorraad groter is dan dat van de aanvrager van de vergunning, en er geen voorwaarden of voorschriften kunnen worden gesteld om het belang van winkel huren rotterdam het behoud van de woningvoorraad voldoende te dienen. Een bekende voorwaarde is het storten van een bedrag in een fonds met behulp waarvan nieuwe woningen kunnen worden gerealiseerd. De splitsingsvergunning kan slechts worden geweigerd in verband met de noodzakelijke samenstelling van de woningvoorraad, de stadsvernieuwing en de indeling en staat van onderhoud van het gebouw.
8.6 Huisvestingswet 321 Burgemeester en wethouders kunnen bestaande woonruimte, leegstaande gebouwen of gedeelten daarvan of woonruimte die zonder de benodigde huisvestingsvergunning in winkel huren utrecht gebruik is, vorderen als woonruimte indien dat voor een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de woonruimte noodzakelijk is. Hier gaan art. 40 t/m 60 Huisvw over. In afwijking van de normale rechtsbeschermingsregels in de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit tot vordering direct beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er vindt geen bezwaarschriftenprocedure plaats en geen beroep op de rechtbank. De afdeling doet in principe uiterlijk binnen acht weken na de ontvangst van het beroepschrift winkel huren amsterdam uitspraak.
De gebruiker ten behoeve van wie gevorderd is, moet aan de gemeente of (als dat zo is bepaald) aan de eigenaar, maandelijks een vast te stellen vorderingsvergoeding betalen. De vorderingsvergoeding wordt met inachtneming van de geldende prijsvoorschriften vastgesteld op een bedrag dat in het economisch verkeer redelijk is (art. 47 Huisvw).
Ad e Bovengemeentelijke voorschriften Provinciale Staten kunnen richtlijnen vaststellen voor gemeentebesturen voor de huisvestingsvergunning en de wijzigingen in de woningvoorraad. Dat kunnen zij alleen winkel huren schiphol doen als het provinciale ruimtelijk-ordeningsbeleid dat nodig maakt of als de gemeenten hun huisvestingsbeleid niet op elkaar hebben afgestemd.