Momenteel is de praktijk dat bij een conflict tussen regering en parlement (vrijwel altijd de Tweede Kamer), de regering ook ontslag neemt als de Tweede Kamer wordt ontbonden. Het gevolg is dat flexplek huren rotterdam nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven en op basis van de verkiezingsuitslag een nieuwe regering wordt gevormd. Dit is anders indien een conflict ontstaat tussen een minister en de Tweede Kamer. Indien het slechts om één minister gaat, hoeft door dit conflict niet de hele regering af te treden. Alleen de desbetreffende minister zal dan zijn ontslag indienen. Het behoort tot de regels van het gewoonterecht dat in zo’n flexplek huen utrecht situatie ook de desbetreffende staatssecretaris zijn ontslag indient. Zegt de Kamer het vertrouwen op in een staatssecretaris, dan moet deze zijn ontslag indienen. De desbetreffende minister hoeft dan echter niet op te stappen.
Een conflict tussen regering en parlement ontstaat vaak naar aanleiding van een motie vanuit de Kamer. Zoals eerder is betoogd, hoeft een motie niet door de regering te worden uitgevoerd. Een ingediende motie kan echter betrekking hebben op een voor de regering zo belangrijke aangelegenheid, dat aanvaarding van de motie door de regering wordt beschouwd als een uiting flexplek huren amsterdam van wantrouwen. Door dit voorafgaande aan de stemming over de motie aan het parlement mee te delen, krijgt de motie een extra lading. Zij verandert van een gewone motie in een motie van wantrouwen. Meestal schrikt het parlement er dan voor terug om de motie te aanvaarden. Immers, aanvaarding betekent een vertrouwensbreuk met als gevolg Kamerontbinding en het opstappen van de regering.
2.2.6 Algemene Rekenkamer De Algemene Rekenkamer controleert de rijksuitgaven op hun rechtmatigheid (art. 76 Gw). Vooral is daarbij van belang de vraag of de uitgaven in overeenstemming zijn met de begroting. De Rekenkamer bestaat uit drie leden die de Kroon benoemt.
2.2.7 Rechterlijke macht Art. 112 Gw bepaalt dat de berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen is opgedragen aan de rechterlijke macht (civiele rechtspraak). Art. 113 lid 1 Gw bepaalt hetzelfde voor de berechting van strafbare feiten (strafrechtspraak). De genoemde geschillen ontstaan uit burgerlijke rechtsbetrekkingen, dus flexplek huren schiphol tussen burgers. De berechting van andere geschillen – bijvoorbeeld tussen bestuur en burger – kan de wet óók aan de rechterlijke macht opdragen (art. 112 lid 2 Gw). De organisatie van de rechterlijke macht is geregeld in de Wet op de rechterlijke organisatie. De wijze van procederen is te vinden in het Wetboek van de Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) (voor civiele zaken) en het Wetboek van Strafvordering (Sv) (voor strafzaken).