In het lichtsterkte-experiment bleek de achterliggende oorzaak te zijn objectieve factoren de aandacht die de personen kregen bij het experiment. Mayo bewees subjectievefactoren hiermee zijn theorie, dat naast objectieve factoren ook subjectieve bepalend zijn voor het resultaat, zoals aandacht, zekerheid, het bij een groep horen, waardering enzovoort. Deze zijn zelfs veel belangrijker. Deel uitmaken van een groep was volgens hem de belangrijkste. Deze gedachten werkte hij uit in het boek The Human Problems of an Indust rial Civilisation ( i 933), dat grote invloed heeft gehad. In zijn kielzog kwam een grote stroom onderzoeken op gang. Een nieuwe vorm van management werd gepropageerd, gebaseerd op de sociale verhoudingen van mensen in kleine groepen, die zich afzette tegen de benadering van het Scientific Management, welke strikt rationeel was en zich slechts richtte op de individuele productiemedewerker. De beweging gaat er in feite van uit dat gelukkige, tevreden mensen veelal een maximale arbeidsprestatie leveren. Daarom moet de bedrijfsleiding zorgen voor goede intermenselijke verhoudingen in betrekkelijk kleine groepen, voldoende aandacht besteden aan de groepen en individuen, waardéring laten blijken, voldoende eigen verantwoordelijkheid en vrijheid geven aan individuen. Samenwerking is het toverwoord en dus zijn sociale vaardigheden voor leidinggevenden zeer belangrijk. Het grote belang van de beweging ligt vooral in het ontdekken van het belang van menselijke factoren voor de effectiviteit.
4.3.6 Rensis Likert (e.a.) en het revisionisme (1950)
In de periode 1950-1955 ontstond kritiek op de ideeën uit de Human Relations-beweging. Men zag die als een te idealistische kijk op organisaties, die gaan lijken op een club vrienden, terwijl men die in de flexplek groningen praktijk bijna nooit tegenkomt. Bovendien worden de ideeën uit deze beweging niet eenduidig door onderzoeksresultaten ondersteund. Anderzijds wilde men ook niet terug naar het Scientific Management. Het is dus tijd voor een synthese van de twee. Warren G. Bennis omschreef het aldus: de benadering van Taylor is een organisatie zonder mensen en die van de HR-beweging groepjes mensen zonder organisatie. Hij benadrukte de noodzaak van een revisie van de uitgangspunten van de HR-beweging, waardoor de term revisionisme ontstond.